zondag 31 maart 2013

Verwerkingsopdracht Verlichting: filosofie


Hallo!

Hierbij mijn verwerkingsopdracht over de Verlichting, ik heb ervoor gekozen om de idealen van de verlichting te beschouwen en te kijken of deze in de moderne maatschappij nog steeds gelden.
N.B: Er zijn  veel  idealen in de Verlichting die invloed hebben gehad op onze moderne maatschappij. We mochten alleen maar een beperkt aantal woorden gebruiken, hierdoor heb ik mij dus beperkt op het onderwijs. Dit komt, omdat ik mij liever verdiepte in het gebied, dan over allerlei gebieden iets oppervlakkigs zeggen.  Hopelijk is dit niet storend voor jullie als lezers.

mijn tekst:
Cogito ergo sum, is een zin die wij allen kennen. Dit is dan ook niet zomaar een zin, maar een zin die de periode van de Verlichting kenbaar maakt. Deze zin betekent letterlijk: ik denk dus ik ben. In de verlichting was onderzoek doen 1 van de belangrijkste zaken, het is ook niet voor niets dat in deze periode de grootste ontdekkingen zijn geweest. Doordat in de Verlichting zoveel kennis is verworven, is het onderwijs ook een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Men moest niet meer dom gehouden worden, maar moest kennis vergaren. Kennis vergaren, daar ging het om in de Verlichting. Een van de manieren om dit te doen was via onderwijs. Nu moeten we 1 ding niet vergeten; de tijd van de Verlichting was nog steeds een kerkelijke periode. De kerk was nog steeds de steunpilaar van de samenleving. Het verschil met de voorgaande periodes was alleen dat nu niet alles klakkeloos werd overgenomen. Men werd sceptischer en het was toegestaan om openlijk kritiek te hebben tegen de kerk. In de tijd van Luther (1517)[1] kon dit absoluut nog niet. Echter, sinds de tijd van Luther werd het steeds normaler gevonden om kritiek uit te oefenen tegen de kerk. Dit is een proces wat geleidelijk is gegaan en wat in de tijd van de Verlichting zijn hoogtepunt heeft bereikt. Het geloof in God was echter nog steeds erg groot, bijna niemand in deze periode was atheïst[2], tenminste niet de atheïst zoals wij deze heden ten dage kennen. In de tijd van de Verlichting was een atheïst iemand die andere ideeën had over het geloof. Iets wat geaccepteerd werd. Nu, waar na dit onsamenhangende verhaaltje vol met onsamenhangende feiten naar toe wil gaan, is het volgende; in de Verlichting was onderwijs dus erg belangrijk en het geloof ook. Deze 2 werden vaak samengevoegd, in het onderwijs werd dus veel onderwezen in godsdienstige moralen. Het onderwijs was een manier om kinderen op te voeden. Tegenwoordig is dit niet meer zo. Het onderwijs is er nu om kennis te vergaren, onze algemene kennis te vergroten. Het opvoeden is nu enkel een taak van de ouders. Zodra een leraar merkt dat het kind geen moreel gedrag vertoont, neemt de leraar niet zelf maatregelen, nee; het gaat naar de ouders en laat die het oplossen. Daarnaast geloofden ze in de Verlichting in de tabula rasa[3], dit houdt in dat een kind bij de geboorte nog geen ‘slechtheid in zich heeft. Het onderwijs was er dus ook om deze kinderen te ‘kneden’ en ze op deze manier ‘goed’ te maken. Tegenwoordig geloven wij hier niet meer in, het heeft dus ook geen nut om onze kinderen zo te kneden. Het opvoedende deel van het onderwijs herkennen wij dus niet meer terug in ons hedendaagse onderwijs. Wat wij wel herkennen, is het belang dat iedereen onderwijs krijgt. In de Verlichting werd het belangrijk gevonden dat iedereen de kans had zichzelf te ontplooien, iedereen moest onderwijs krijgen. Dit proces is zich na de Verlichting alleen maar gaan vergroten, waardoor uiteindelijk zowel rijk als arm, jongen als meisje onderwijs kreeg. Dit ideaal van de Verlichting komt dus zeker terug in onze huidige maatschappij.



[1] http://www.refo500.nl/pages/53/maarten-luthers-95-stellingen.html auteur; onbekend publicatiedatum: oktober 2012
[2] http://www.ikonrtv.nl/verlichting/