dinsdag 21 mei 2013

verwerkingsopdracht Romantiek: kunst


Hallo!

Hierbij mijn verwerkingsopdracht over de romantiek. Ik ben zelf iemand die geïnteresseerd is in kunst, het kon dus ook bijna niet anders dat ik voor de opdracht kunst kiezen zou. Ik heb van alle drie de stromingen (realisme, romantiek en impressionisme) drie foto’s gemaakt die kenmerkend zijn voor deze stroming. Nu ben ik mij ervan bewust dat in al mijn foto’s de kleur groen goed naar voren komt. Dit had ik liever anders gezien, maar dit ging eigenlijk niet anders. Ik woon namelijk niet in de omgeving van rotsen of iets dergelijks. Hopelijk stuurt dit jullie niet.
Realisme

Een stroming waarin Jean-Francois Millet (1814-1875)en Gustave Gourbet  een belangrijke rol speelden . In de ‘arenleesters’ laat Millet het harde bestaan van de boeren op het platteland zien. Millet doet geen enkele poging om het mooier te laten lijken dan het is. Gustave Gourbet wil niet de ‘schoonheid’, maar de alledaagse werkelijkheid schilderen. Hij ziet af van de voorgeschreven academische regels en moedigt anderen aan dit ook te doen. [1]

Als voorbeeld een schilderij van Millet[2]:


 
Zoals ik in het beginstukje al vertelde, gaat het bij het realism vooral om het harde bestaan van de hardwerkende arbeider uit te beelden. Nu is dat in deze tijden vrij lastig, we zien geen ‘graanplukkers’ meer. Ik heb er dus voor gekozen om de realiteit te laten zien, dus geen geënsceneerde foto’s, maar foto’s zoals mensen normaal gesproken ook zouden staan. Ik heb mijn modellen dan dus ook gevraagd om te negeren dat ik er ben.




 
 
 
 
 
 
Hier zie je een normale man die aan het vissen is, hij is bezig met zijn dagelijkse bezigheden. Ik heb deze foto onder het realisme gezet, omdat deze de alledaagse werkelijkheid laat zien.

 
 
 
 
 
 
 
Hoewel deze foto een stuk geënsceneerder oogt, is deze dat niet. Het was puur toeval dat ze alle drie zo gingen staan. Uiteraard maakt dit de foto wel wat ‘spannender’, er is immers een goede compositielijn. Ik heb deze foto bij het realisme geplaatst, omdat ook deze foto het leven van alle dag laat zien, gewoon een dochtertje die samen met papa en mama naar de speeltuin is gegaan. Dit zijn gewone mensen, geen mensen van hogere klassen of iets dergelijks. Voor de tijd van het realisme was het namelijk gebruikelijk om mensen van hoge afkomst te schilderen. In deze foto is dat ook niet het geval.


Tot slot een foto die zeker bij het realisme past, het realisme wil namelijk de hardwerkende arbeider laten zien. Op deze foto is een man te zien, die in zijn moestuintje aan het werk is. De man is hard aan het werk en daarom laat deze foto de realiteit zien zonder deze mooier te maken.
Romantiek

De romantiek is een stroming waarin kunstenaars vluchten in een denkbeeldige wereld van sprookjes, mythen en sagen. Ze verheerlijken het verleden en exotische, niet-westerse culturen. De natuur wordt geïdealiseerd en de aandacht voor gevoel en sentiment neemt toe. De waardering voor de natuur vinden we terug in de romantische landschapstuinen. [3]

Een goed voorbeeld is dit schilderij van Caspar David Friedrich[4]:
















Deze foto vind ik bij de Romantiek passen, omdat deze de natuur verheerlijkt. Het gras, de zwaan en het water zijn de belangrijkste elementen in deze foto. Dit zijn allemaal elementen die terug kan vinden in de natuur. Daarbij zou je kunnen stellen dat dit landschap hoort bij de romantische landschapstuinen.

Ook in deze foto komt het fenomeen terug naar de natuur duidelijk terug. Het is een mysterieuze foto, je weet niet wat er met die boot aan de hand is en de beweging die de bomen suggereren zorgen voor een mystieke sfeer. Om deze reden vind ik dat ik deze foto bij de romantiek mag plaatsen.




Bij deze foto is ‘terug naar het verleden’ een belangrijk thema. Molens geven mij altijd een soort authentiek gevoel. Molens als deze worden in onze tijd niet meer gemaakt. Door een foto te maken een oude molen, omgeven door de natuur, verheerlijk je als het ware het verleden. Verheerlijking van het verleden is ook één van de kenmerken van de romantiek, hierom hoort deze foto daar dus ook onder.
Impressionisme

Bij het impressionisme gaat het vooral om een objectieve registratie van kleur en licht. Het onderwerp doet er niet veel toe. De enige eis die hij stelt is dat en kleur en licht schitteren. Er wordt gewerkt met snelle penseelstrepen.[5]

Een goed voorbeeld is dit schilderij van Claude Monet[6]:


Het wateroppervlak suggereert de snelle penseelstrepen die je in het impressionisme tegenkomt. Het gaat bij deze foto puur om het licht dat gevangen wordt, dankzij het licht kunnen wij nog iets zien van het huis. Deze foto hoort dus bij het impressionisme, omdat het onderwerp er niet toe doet en licht en kleur de enige belangrijke elementen zijn in de foto. Ook suggereert deze foto snelle penseelstrepen.


 

Deze foto heb ik eigenlijk met dezelfde reden gekozen, als de voorafgaande foto. Het gaat bij deze foto niet om het onderwerp (het zijn gewoon een paar bladeren), het gaat om hoe het licht door de bladeren heen komt. Op deze manier lijkt het licht zelfs te schitteren. Ook de kleur van de bladeren zorgt voor iets extra’s op de foto.


Als laatste heb ik deze foto gekozen, de kleuren complementeren naar mijn mening mooi met elkaar op deze foto. Ook bij deze foto zijn kleur en licht de belangrijkste elementen in de foto.

Ik weet dat het een beetje langdradig wordt, maar door telkens hetzelfde te herhalen. Maar eerlijk gezegd kon ik niet anders, dit zijn nu eenmaal de essentiële kenmerken van de verschillende stromingen. Ik heb mijn foto’s dus ook gemaakt op basis van deze kenmerken. Het is daarom ook logisch dat ik bij elke foto praktisch hetzelfde zeg. Hopelijk heeft dat jullie niet teveel gestoord.



[1] Citaat uit: ‘vlucht uit de werkelijkheid’, Emiel Heijnen, Houten, eerste druk: 2010, pagina:130
[3] Citaat uit: ‘vlucht uit de werkelijkheid’, Emiel Heijnen, Houten, eerste druk: 2010, pagina:111
[5] Citaat uit: ‘vlucht uit de werkelijkheid’, Emiel Heijnen, Houten, eerste druk: 2010, pagina:135

donderdag 16 mei 2013

leesgroep: Een schitterend gebrek


Leesgroep ‘Een schitterend gebrek’, Arthur Japin   Door Sara Visser, Lisan Viveen en Zoë Pasman, klas 5C

Standaardinformatie

Titel: Schitterend gebrek
Geschreven door: Arthur Japin
Jaar: 2003
Thema: Amsterdam , Casanova, Giacomo , Italië , Liefde , 18e eeuw
Uitgever: Biblion Uitgeverij
 
Samenvatting

Hoofdpersoon en ikverteller is de Italiaanse Lucia. Zij is geboren in 1728 en groeide op in een eenvoudig milieu. Ze kende een onbezorgde jeugd en was de lieveling van de gravin bij wie haar vader in dienst was.  Voor de bruiloft van de dochter van de gravin komen als gasten vanuit Venetië onder anderen de broers Francesco en Giacomo Casanova. Tussen Lucia (veertien) en Giacomo (zeventien) ontbloeit voor beiden hun Grote Liefde. Ze beloven elkaar trouw en leggen hun toekomstplannen vast: over een halfjaar zullen ze zich verloven, een paar maanden later trouwen.

Na Giacomo's vertrek krijgt Lucia een Franse huisonderwijzer om haar bij te scholen en voor te bereiden op haar omgang met de hogere kringen. Haar vorderingen zijn enorm.
Niet lang voordat Giacomo terugkeert, slaat het noodlot toe. De huisonderwijzer krijgt de pokken en sterft. Lucia verzorgt hem en raakt ook besmet. Ze laat zich aan armen en benen vastbinden om zichzelf niet open te krabben. Wanneer ze op het nippertje overleeft en zichzelf in de spiegel bekijkt, ziet ze hoe geschonden haar gezicht is. Het stort haar in een hevige tweestrijd. Uiteindelijk neemt ze de beslissing om zich voor Giacomo's carrière op te offeren en hem het verzinsel over te laten brengen dat ze er met een van de knechten vandoor is gegaan.

Voor Lucia begint dan een zwerftocht door Italië. Voortaan noemt ze zich - met dank aan de Franse huisonderwijzer - Galathée de Pompignac. Ze trekt naar het Zuiden en vindt werk bij een vooruitstrevende familie in Bologna. Een Franse gravin, die zich opwerpt als Galathées beschermvrouw.  Met deze Française trekt Galathée als haar secretaris verder op. Ze woont jaren bij haar op haar kasteel in Vincennes, dichtbij Parijs. De gravin wordt ziek en overlijdt. Galathée besluit ditmaal naar Amsterdam te reizen. De werkelijkheid is ontnuchterend. Door de economische achteruitgang én door haar misvormde uiterlijk lukt het haar niet een baan te vinden. Zo belandt ze ten slotte in de prostitutie. Het is een hard bestaan..  Haar leven neemt pas een gunstiger wending als ze  haar werk gesluierd gaat doen.
Op een avond stelt een van die vaste klanten in de schouwburg een Frans sprekende gast aan haar voor: le Chevalier de Seingalt. Zij herkent in hem meteen haar vroegere geliefde Giacomo. Maar door haar voile(s), haar andere naam, haar veel lagere stem en haar volwassen postuur merkt hij totaal niet dat hij opeens zijn 'trouweloze' jeugdliefde ontmoet. Hij maakt haar het hof. Er groeit een intensief contact. Ze voeren intrigerende gesprekken, onder andere over trouw en ontrouw van vrouwen en mannen, gesprekken die telkens balanceren op de rand tussen onthulling en geheimhouding. En ze vrijen ook, waarbij Lucia/Galathée haar gelaat zoals altijd bedekt houdt.

Giacomo gaat naar een aangegeven plaats en treft daar, ongesluierd, de verlepte en mismaakte Lucia aan. Hij is geschokt, praat even met haar en beseft dat hij haar vroeger groot onrecht heeft aangedaan. Aan Galathée stuurt hij een brief met geld en een verslag van zijn bevindingen. 'Arme Lucia, zij is niet ronduit lelijk geworden, maar iets wat nog veel erger is: weerzinwekkend'.
 
Onze verwachtingen

Onze verwachtingen van ‘een schitterend gebrek’ waren positief. We hadden van verschillende mensen  al gehoord dat het boek de moeite waard was om te lezen. Daarnaast staat Arthur Japin bekend als een goede schrijver en de flaptekst sprak ons aan.

 
Titelverklaring

Je kunt de titel op verschillende manier opvatten. Ten eerste;  Voordat Lucia ziek werd en dus nog geen gezichtsaantasting had, ontmoette zij Giacomo voor de eerste keer. Giacomo praat met zijn broer over haar en vertelt hem hoe mooi ze is, hoe gehoorzaam, hoe gelovig, ze is eigenlijk volmaakt. Ze heeft slechts één tekortkoming; ze is te jong. Hierop zegt haar broer lachend; ‘wat een schitterend gebrek’. Deze zin leidt rechtstreeks terug naar de titel. Ten tweede kun je de titel op een meer figuurlijke manier opvatten. In de titel zit namelijk een groot contrast: een gebrek is iets negatiefs, dat komt voort uit het feit dat de mensen (na de ziekte) haar veroordeelden vanwege haar uiterlijk en zelfs van haar walgden. Het ‘schitterende’ uit de titel wijst op het feit dat ze veel van haar gebrek heeft geleerd. Zo concludeert ze ook: “Mijn liefde leefde, niet omdat ik werd bemind, maar omdat ik zelf liefhad!(…) Niet hebben, maar geven. Zo zegepralen wij alsnog. Dit heeft mijn gebrek mij geleerd.” In feite zegt ze dat haar gebrek in die zin haar niets negatiefs heeft gebracht, omdat ze zelf liefhad en gaf en haar liefde daardoor alsnog leefde. Dit is dus het schitterende aan het gebrek.

Personages


Lucia /Galathée de Pompignac
Lucia is de hoofd persoon. Ze heeft een fijne, makkelijke jeugd en op haar veertiende wordt zij verliefd op Giacomo. Zij groeit verder op tot een mooie jonge vrouw en om haar voor te bereiden op haar leven met Giacomo, krijgt zij les van Monsieur de Pomignac. Op een gegeven moment krijgt Lucia de pokken, waardoor haar gezicht ernstig beschadigd raakt. Zij besluit om dit niet aan Giacomo te vertellen en vlucht weg. Hierna leidt ze een wisselend bestaan. Om geld te verdienen wordt ze o.a. prostitué, maar ook bijvoorbeeld anatomisch model. Zij verandert haar naam in Galathée de Pomignac. Op een gegeven moment begint ze met het dragen van een sluier, waardoor haar verminkte gezicht niet meer zichtbaar is voor anderen.

Giacomo Casanova/Le Chevalier de Seingalt
Op het feest van de gravin ontmoet Lucia Giacomo voor het eerst, waar hij te gast is. Lucia en Giacomo worden verliefd op elkaar en Giacomo doet een trouw belofte aan Lucia voordat hij naar Venetië vertrekt. Omdat Lucia vlucht nadat ze de pokken heeft gehad, ziet Giacomo haar pas weer een hele tijd later, als zij haar naam al heeft veranderd in Galathée en een sluier draagt, waardoor ze niet herkenbaar is voor Giacomo. Hij is dan uitgegroeid tot een rijk persoon, die veel harten van vrouwen heeft veroverd. Hij heeft echter nooit meer zoveel liefgehad als bij Lucia.

Zelide
Zelide is een wetenschapster. Ze is heel open en eerlijk. Als ze Lucia ontmoet, die dan nog geen sluier draagt, leert Zelide haar dat ze zich niet moet schamen. Zelide neemt vervolgens Lucia mee en Lucia helpt haar/gaat voor haar werken bij allerlei opgravingen. Zelide is heel goed voor Lucia en ze wordt tot haar dood door Lucia verzorgd.

De gravin
De gravin is de eigenaresse van het landgoed waar de ouders van Lucia werken en waar Lucia ook opgroeit. Ook ontmoet Lucia Giacomo daar voor het eerst en krijgt ze er les van Monsieur de Pompignac. De gravin vertelt Lucia over het belang van uiterlijke schoonheid, en de kwelling die het met zich meebrengt.

Monsieur de Pompignac
Monsieur de Pompignac is de Franse leraar van Lucia. Hij is erg over haar te spreken en hij is vrij veeleisend voor haar. Later krijgt hij de pokken, waar hij aan overlijdt. Lucia verzorgt hem in de laatste periode voor zijn dood.

Jamieson
Jamieson is een van de vaste klanten van Lucia. Lucia gaat aan het einde van het boek met hem mee naar Amerika, waar ze samen een nieuw bestaan opbouwen.

Setting, perspectief, open plekken enz.

Het verhaal speelt zich op twee plekken af; in een landhuis op het platteland nabij Venetië en in Amsterdam. Tussendoor reist de hoofdpersoon rond, maar hier blijft ze niet al te lang waardoor het van minder groot belang is. De twee bovengenoemde plekken contrasteren ontzettend met elkaar. Het landhuis is een rustige plek waar Lucia opgroeit. Het landgoed wordt omschreven als een bijna idyllische plek, waar Lucia gelukkig is en zich eigenlijk nergens zorgen om hoeft te maken. Dit is dan ook de plek waar Lucia nog geen ‘gebrek’ heeft en zich nog geen zorgen  hoeft te maken. Amsterdam is eigenlijk het tegenovergestelde van het landgoed, het is er druk, vies en zeker niet idyllisch. Om te overleven moet Lucia hier het ‘hoerenwereldje’ in, op deze manier wordt de negatieve stempel van de plek nog extra benadrukt. Dit is ook de plek, waar Lucia te kampen heeft met de aandoening op haar gezicht. Je kunt eigenlijk zeggen dat de plek waar Lucia verblijft, gelijk staat aan de problemen en/of goede dingen die in haar leven gebeuren. De setting is  van groot belang voor het gevoel en het handelen van de hoofdpersoon.

Het perspectief is van de hoofdpersoon zelf, Lucia dus. Hierdoor krijg je meer begrip voor het handelen van Lucia.  Eigenlijk zorgt deze vorm van perspectief ervoor dat je emotioneel ‘door dit verhaal gaat’ in plaats van een objectieve manier. 

Ten slotte waren er een aantal open plekken, die ons na afloop van het lezen zijn opgevallen. De eerste is de reden van haar aandoening aan haar gezicht. Het verhaal begint in Amsterdam, waar ze de aandoening  al heeft. Ook staat ze hier al bekend als een vrouw die niet zo snel ergens vies van is (lees; een hoer). Dit wordt niet letterlijk genoemd, het enige wat wordt gezegd is dat men haar liever niet aankijkt en dat ze wel weet wat ze allemaal denken betreffende haar. Een goed voorbeeld is als ze in het theater zit en daar Monsieur de Seingalt ontmoet. Op dit moment weten we nog niet dat Giacomo is, sterker nog, we weten nog niet van het bestaan van Giacomo. Dit kun je dus ook overduidelijk een open plek noemen;

Hij was te welopgevoed om zijn ongemak met ons onderhoud te tonen, maar hij zorgde er wel voor dat hij vanuit de zaal niet met mij gezien kon worden. Dat ben ik gewend. Het kwetste mij niet en ik nam het hem niet kwalijk’. (bladzijde 17)

In dit fragment komt Monsieur de Seingalt dan wel niet voor, maar wel wordt er duidelijk gemaakt dat Lucia niet bepaald bekend staat als iemand waar je graag mee gezien wil worden. Waarom dit zo is, weet je echter nog niet. Een andere open plek is als Lucia naar het spinnenhuis gaat en daar wordt aangevallen door één van de gevangenen, hierna zegt Lucia tegen de gevangene  dat ze het heel erg voor haar vindt. De reden waarom wordt pas later in het boek verteld, ze heeft er namelijk ook zelf vastgezeten en deze persoon heeft haar in deze periode altijd geholpen. Deze persoon is nu ziek geworden en Lucia vindt dat uiteraard erg.

 Uiteraard zijn er nog veel meer open plekken, maar dit vonden wij de belangrijksten.

 Thema en motieven

Het thema is (in de ruimere zin) volgens ons liefde. Het verhaal draait om de (vroegere) liefde tussen Lucia en Giacomo. Deze liefde voor elkaar, en de manier waarop het zich uitpakte, heeft de rest van hun leven bepaald. Gespecificeerd zou je kunnen zeggen dat het thema ‘uiterlijk’ is. Want dat heeft ervoor gezorgd dat Lucia weg is gegaan en daarmee Giacomo in de steek heeft gelaten, met alle gevolgen van dien.

Er zijn meerdere motieven, maar de twee belangrijkste motieven die telkens terugkomen zijn de volgende:
Verminking:
Het belangrijkste motief dat steeds weer terug komt is verminking. Door haar verminking is het hele verhaal op gang gekomen, en ze wordt er steeds weer aan herinnerd dat ze verminkt is aan haar gezicht. Onder andere doordat zij slecht aan werk komt door die verminking en niet goed wordt geaccepteerd.


Seks:
Het motief seks komt telkens terug. Ze vindt het namelijk de meest geschikte manier om geld te verdienen, op een gegeven moment wordt ze dan ook prostitué in Amsterdam. Ze geeft zich dan ook makkelijk over aan mannen die seks met haar willen hebben, om hen het gevoel te geven dat ze mooi zijn, en in de hoop dat ooit iemand haar dat gevoel ook wil geven.

Oordeelvorming
 Lisan:  Dit is een boek wat mij zeer heeft aangegrepen, dit komt doordat het verhaal vanuit de ‘ik-persoon’ geschreven is. Ik vond het hierdoor ook moeilijk om objectief naar het verhaal te kijken, je ziet van de andere personages tenslotte maar één kant, wat meeleven met deze personages bijzonder lastig maakt. Je kunt immers pas een goed oordeel vellen als je de beweegredenen van alle personen kent. Dit vind ik wel een nadeel van het boek, ik had liever gezien dat de schrijver ‘de alwetende persoon’ was geweest. Wat is een pluspunt vind aan het boek is dat het realiteitsgehalte van het boek, alles is in zo’n detail geschreven dat het lijkt alsof je er echt bij bent. Wat Japin slim doet, is dat hij het niet te gedetailleerd maakt, waardoor het niet saai wordt. Ook is de opbouw van het verhaal erg prettig. Omdat je telkens achter nieuwe feiten komt, wordt het verhaal steeds interessanter naarmate je verder leest. Dit gaf mij de neiging om door te lezen. Al met al vond ik het een goed in elkaar gezet boek, met een hoge emotionele waarde die mij persoonlijk aangreep.

 
Sara: Al een lange tijd wist ik dat Een schitterend gebrek een van de boeken zou worden die ik zou lezen voor de lijst. Toen we konden kiezen uit de verschillende boeken voor de leesgroep, was dit boek dan ook gelijk mijn eerste keus. En niet voor niets: ik vond het simpel weg een prachtig boek. Het verhaal heeft erg veel indruk op mij gemaakt. Alle emoties die werden beschreven vanuit de ik-persoon kwamen direct binnen en daardoor kwam het karakter van Lucia heel compleet over. In tegendeel tot Lisan vind ik het dus juist niet erg dat het verhaal wordt verteld door Lucia zelf; het is immers ook háár verhaal. Bovendien kon je daardoor heel goed meeleven met de beslissingen die ze heeft gemaakt en de gebeurtenissen die ze heeft ondergaan.
Naast de inhoud van het boek, is ook de schrijfstijl erg goed en prettig. Hij drukt vaak complexe dingen in korte zinnen uit, waardoor er veel aan je eigen verbeelding wordt overgelaten.
Tot slot vond ik de volgorde van het verhaal erg goed. De stukken verhaal wisselde elkaar af: het ene stuk vindt plaats toen Lucia nog een jong meisje was, het volgende stuk speelt zich af in het ‘heden’


wanneer Lucia een volwassen vrouw is. Dit stimuleert om verder te lezen, zeker omdat de stukken soms eindigen met een soort van ‘cliffhanger’, waarna je vervolgens een heel stuk moet lezen tot er weer wordt teruggegrepen op het desbetreffende stuk.

Dit waren een aantal punten die ik erg goed vond aan het boek. Al met al was het een geslaagde keus om voor Een schitterend gebrek te kiezen.

 
Zoë:
Ik wilde dit boek al lange tijd lezen, omdat ik er erg goede reacties op had gehoord. Toen ik hoorde dat Sara dit ook graag wilde, was de keuze dus snel gemaakt.

In tegenstelling tot Sara en Lisan had ik erg veel moeite om door het begin van het boek heen te komen. Ik zat niet lekker in het verhaal en had in het begin zelfs telkens het gevoel dat de hoofdpersoon een jongen was. Later werd dat gelukkig beter en uiteindelijk vond ik het een erg mooi boek. De schrijfstijl vond ik prettig lezen. Net als Sara vond ik het fijn dat complexe dingen in korte zinnen uit werden gedrukt. Het verhaal trok me erg aan en door de open plekken bleef ik geïnteresseerd tot het einde. Ik ben blij dat ik dit boek gelezen heb, het was een geslaagde keus!

 Individueel deel

Allereerst wil ik melden dat mijn leesgroep bestond uit Sara Visser en Zoë Pasman. Zoals je in deel A al hebt ondervonden, hebben wij ‘Een schitterend Gebrek’ geschreven door Arthur Japin gelezen. Over het boek waren we het gauw eens, vooral omdat het boek ons alle drie aansprak. De discussie die wij gevoerd hebben over het boek, heb ik ook als prettig ervaren. Uiteraard hadden wij op sommige punten een andere mening over het boek, maar dat hebben wij op een goede manier naar elkaar over gebracht.  We kwamen op het einde wel tot de conclusie dat onze meningen zo verschilden, dat wij beter alle drie apart ons oordeel in het verslag konden zetten.  Om het beter te maken, hadden we misschien langer moeten discussiëren, zodat we uiteindelijk een gezamenlijke mening konden vormen. Dit is een leermoment voor eventueel volgende leesgroep. Wat ik heb geleerd in dit proces, is dat iedereen een boek anders kan zien en dat je op die manier ook weer op een andere manier naar een boek kijken kan. Het is dus goed om af en toe met iemand over een boek te praten, zodat je nieuwe inzichten betreffende dat boek krijgt. Het leesniveau van ons boek is iets wat ik wel jammer vind, ik had namelijk graag een niveau vijf boek gelezen (dit boek is niveau vier). In de les was ons duidelijk geworden dat we enkel boeken mochten kiezen uit niveau drie en vier, dit bleek later niet zo te zijn. Voor de laatste drie boeken die we moeten lezen, wil ik zeker mijn niveau omhoog krikken. In klas zes wil ik het liefst eindigen met ‘de ontdekking van de hemel’ van Harry Mulisch. Wel lijkt het mij verstandig om eerst een goed niveau vijf boek te lezen, voordat ik overga op een niveau zes boek. Ik ben er echter wel van overtuigd dat dit mij lukken zal.